Reisverslagen algemeen demarage

Klant:
Londen

Datum:
10-10-2006


Flottielje Londen 2006

Ook dit jaar waren we weer laat met het organiseren van onze vakantie. Pas in week 28 namen we echt de tijd om op internet te zoeken en rond te bellen. We wilden graag leren zeilen, maar dan met zijn drieën en niet in een klasje. Via het internet kwam ik in contact met Demarage Zeil Centrum. Zij konden nog een aantal zeilcursusdagen voor ons inplannen en bovendien was er nog de mogelijkheid als bemanning op de Demarage mee te varen naar Londen. Begin augustus zou Demarage Zeil Centrum een flottielje leiden via Vlissingen, Oostende, Ramsgate en uiteindelijk Londen.
De lesdagen waren zeer leerzaam voor landkrabben zoals wij en natuurlijk ook heel plezierig. Na de honderdste keer de sluis in en uit, weten zelfs wij hoe dat moet.
Op 29 juli zijn we ingescheept aan boord van de Demarage. De gastvrouw, Liesbeth en schipper Jasper hadden er duidelijk zin in. Nadat we in Willemstad een hapje hadden gegeten, was het tijd voor de startpalaver. De voltallige bemanning van alle schepen kwamen kennismaken en luisterden naar het routeplan en het weerbericht. De meteorologisch dienst van Demarage Zeil Centrum had een uitgebreide briefing voorbereid. Na een lange periode van stabiel weer met hoge temperaturen (>35 graden), zou er nu een instabiele periode aanbreken met uitdagende condities.
Iedereen had er zin in en de volgende ochtend om half acht precies, verlieten we met diverse zeiljachten de thuishaven Dintelsas. Op speciaal verzoek ging het sluisje al vroeg voor ons open en konden we richting Krammersluizen varen. Het was een mooie, rustige ochtend op het water en dankzij de intensieve lesdagen konden we al aardig zelfstandig navigeren op de binnenwateren van Zeeland. Via de Oosterschelde en het langgerekte Veerse meer kwamen we via het kanaal door Walcheren, aan in Vlissingen. Het kanaal loopt door prachtige landerijen en je kon er de koeien vanuit de boot bijna aanraken. De bruggen en sluizen kosten veel tijd, maar dat geeft de rust van het waterleven nog een extra cachet; je kunt je vermaken met het eindeloos kijken naar andere boten en mensen die ieder op hun eigen manier met aanleggen en afvaren aan het klooien zijn. In verband met het tij moeten we op tijd in de buitenhaven van Vlissingen zijn. Met eb kan je de drempel die daar in de havenmond ligt, niet over. Aan het eind van de middag steekt de wind aardig op en op het moment dat we vanuit het zeer smalle sluisje in Vlissingen op de Westerschelde komen, is er ineens een behoorlijke golfslag. Jasper wijst ons op de stroming die je kunt zien en voelen rondom de havenmond en even later liggen we aan de steiger. Na een pizza van matige kwaliteit is onze eerste reisdag ten einde. ’s Morgens vroeg is er weer palaver. Jasper heeft twee keer per dag uitgebreid contact met de afdeling meteo van Demarage Zeil Centrum. Hij is somber, het waait te hard en de wind komt uit het zuidwesten, hetgeen ons belemmert naar Zeebrugge te varen, dat wordt opkruisen tegen een te harde wind. Het worden uiteindelijk drie dagen verwaaid liggen in Vlissingen, waarin de mannen “mannendingen” deden zoals het vervangen van het lager van de rolgenua op één van de boten en de vrouwen vooral in de winkels van Vlissingen te vinden waren. Ik kan me nu wat meer voorstellen van het passagieren waar je in oude verhalen over leest. In deze dagen wordt al wel duidelijk en dat blijft de hele reis zo, dat Liesbeth en Jasper zeer goed voor ons zorgen, we vrezen dat we veel zullen aankomen, maar achteraf viel dat gelukkig reuze mee.
Op donderdag 3 augustus staan we om zes uur op en vertrekken precies om 7 uur uit Vlissingen. Jasper heeft bericht ontvangen dat er een “window” is tussen twee depressies waardoor we precies naar Oostende kunnen. De wind 4-5 komt uit het westen en het miezert een beetje. Aan boord zijn de landrotten wel een beetje ziek, maar genieten toch van het zeilen. Om 14.00 uur zijn we al in de haven van Oostende. De wind trekt weer enorm aan en we zijn blij dat we in de binnenhaven liggen. De boten in de buitenhaven zijn vreselijk aan het rijen. De wind houdt aan en we blijven de volgende dag in Oostende. Menno, Wieke en ik gaan die dag met de trein naar Brugge, een prachtige stad, waar veel te zien valt.
Dan op 5 augustus gaat het toch echt gebeuren. Om 7 uur precies varen we de sluis van Oostende uit om het ruime sop te kiezen. Menno heeft zich met Liesbeth en de anderen gebogen over de route en leert veel over navigatie op zee. De wind 4-5 komt uit het noordwesten, ideaal voor de oversteek naar Ramsgate. We hebben een Belgisch pilletje tegen zeeziekte op, dus we kunnen genieten. We varen aan de wind zo’n 7 knopen en slechts één golf komt over de buiskap, voldoende om echt nat te zijn. Tegen drieën die middag gaat de wind liggen en wordt het moteren voor de laatste mijlen. Voordeel is dat tegelijkertijd ook de wolken verdwijnen en het prachtig weer wordt. Ramsgate is een mooi oud havenstadje en we eten die avond “Thais” . De vloer in het restaurant is scheef en het gevoel van een stevige deining zit er bij velen van ons tijdens het eten nog behoorlijk in. Wieke is wat teleurgesteld dat we niet tot 12 uur opblijven, maar we zijn moe en moeten de volgende dag weer vroeg op.
Zondag 6 augustus, Wieke is jarig en wordt 18 ! Weer vroeg op, ditmaal om 5 uur. We zingen heel slaperig “lang zal ze leven” en ontbijten snel. Bob Marley neemt vanuit de CD speler het zingen over en zorgt voor een beetje zonneschijn. Om 6.30 gaan de trossen los. De opkomende zon is prachtig. We kunnen helaas alleen moteren, want er is te weinig wind. We varen naar Queensborough, een klein, kaal haventje in de monding van de Thames. Ondanks het moteren vervelen we ons geen minuut aan boord. Als we s’middags zijn afgemeerd drinken we met al onze flottieljegenoten een borreltje op de verjaardag van Wieke. Het is gezellig en erg leuk om te zien dat iedereen toch een lief cadeautje heeft geïmproviseerd ondanks de zondagse stemming in een haventje waar zelfs het water uit weggelopen is.
Onze laatste bootdag breekt aan. Uitslapen tot 5.30 en dan op naar Londen. Op basis van de way points de Thames op, in regenbuien met geen zicht, en op de radar zoeken naar boeien en …..andere zeeschepen. Later is er meer te zien, maar de regen blijft in bakken op ons neer dalen. Liesbeth bakt pannenkoeken en Wieke staat zingend achter het roer. Er is steeds meer te zien aan de wal en om ongeveer 12 uur liggen we oog in oog met de Towerbridge of Londen. Vlak voor de Tower naar stuurboord een klein sluisje door dat een prachtige stadshaventje ontsluit. We nemen afscheid van vrienden die we een week geleden nog niet eens kenden en stappen van boord. We zijn een hoop zeil-, navigatie-, meteo-, en manouvreer-ervaring rijker en hebben genoten van deze bijzondere zeiltocht. Nu weer wennen aan de drukte van een grote stad en het werk dat wacht.
Bovenstaand verslag opgetekend door de meezeilers aan boord van de Demarage.